Je hoofd en lichaam maken elkaar sterker als deze met elkaar in verbinding staan. Maar we zien vaak dat deze twee uit balans zijn. Dat kan komen door eerdere (traumatische) ervaringen, allerlei verwachtingen die je hebt van jezelf of door wat je denkt wat de maatschappij van je verwacht. Niet lullen, maar poetsen. Geen woorden, maar daden. Niet kletsen, maar werken. Kortom: je lichaam en dus je (onderbuik)gevoel negeren, omdat je gedachten en dus je hoofd wel beter kunnen bepalen wat je moet of wilt doen.

Op het moment dat je structureel je gevoelens negeert, kun je ook je diepe behoeftes niet meer voelen en raak je het contact met jezelf kwijt. Je gedachten en innerlijke gesprekken met jezelf blijven maar doorgaan.

Je lichaam geeft vervolgens signalen af dat het aandacht nodig heeft. Dat het niet oké is om maar te blijven rennen en hollen. Dat het rust, goede voeding, ritme, licht, buitenlucht, ontspanning of ontlading nodig heeft. Of wellicht dat dat ene onderwerp, zoals een ruzie of trauma wat je al zolang vermijdt eens aangepakt mag worden.

Signalen van je lichaam opmerken is een vaardigheid op zich. Hoe eerder je signalen kunt herkennen en erkennen, hoe meer je voorkomt dat je lichaam steeds sterkere signalen afgeeft dat er iets aan de hand is. Kleine signalen worden dan steeds groter. Paniekaanvallen, vastzittende schouders, hoofdpijn, rugpijn, tot aan misschien zelfs een burnout en ga zo maar verder.

Je lichaam en hoofd zijn totaal anders, maar hebben elkaar wel echt nodig. Het één kan niet zonder het ander. Ze moeten beide in staat zijn om te ontvangen en te geven. Als je beter naar je lichaam luistert, hoeft het ook niet zo te schreeuwen.

Alleen maar praten of alleen maar ademen of alleen maar trainen is dan ook nooit het complete antwoord. Het gaat om jou als één geheel. De holistische kijk op jouw situatie. De verbinding tussen jouw hoofd én lichaam. Wie of wat heb JIJ nodig om deze verbinding te verbeteren?